Geschiedenis van Apeldoorn
De naam Appoldro (Apeldoorn) betekent waarschijnlijk ‘bij het water’ of ‘bij water staande bomen’.
Water is altijd een belangrijk thema voor Apeldoorn gebleven. In 792 komt de naam voor het eerst voor in een schenkingsakte. Tot 1300 werd er veel ijzererts gewonnen, waarbij de aanwezigheid van het bosrijke landschap van belang was voor de productie van houtskool ten behoeve van de ovens van de ijzerindustrie. Als gevolg van de houtkap ontstonden veel heidevelden en zandverstuivingen op de Veluwe.
Apeldoorn is door de eeuwen heen een rustig en voornamelijk agrarisch buurtschap geweest. Het hoge grondwaterpeil aan de oostzijde van de Veluwe bood de mogelijkheid sprengen, kunstmatige beekjes, aan te leggen om watermolens aan te kunnen drijven en om papierindustrie en wasserijen van water te voorzien. De papierindustrie is lange tijd belangrijk geweest en op het hoogtepunt, in het jaar 1750, waren er wel 175 molens aanwezig in Apeldoorn en omgeving.
In het jaar 600 werd Apeldoorn gekerstend, wat betekent dat Apeldoorn over ging tot het Christendom. Het eerste kerkje was aan Maria gewijd. Tegenwoordig zijn de contouren van dit oudste kerkje in romaanse stijl nog zichtbaar op het Raadhuisplein. De kerkhervormingen van Luther en Calvijn drongen in Apeldoorn maar langzaam door. Apeldoorn hield vast aan traditie en was behoudend. Toch groeide de Hervormde kerk maar doordat enkele grote landheren vasthielden aan de Rooms Katholieke leer hield deze ook haar navolgers.
Wat ook opvalt is de innige band van Apeldoorn met de koninklijke familie. Stadhouder Willem III liet hier eind 17e eeuw paleis Het Loo bouwen omdat het middeleeuwse jachtslot Het Oude Loo te klein was geworden. Het paleis moest kunnen wedijveren met dat in Versailles. De koninklijke familie was lid van de Hervormde kerk. Toen deze kerk in 1890 afbrandde is de huidige Grote Kerk gebouwd.
Na WO2 is Apeldoorn gaan groeien. In 1970 werd Apeldoorn wel de tweede rekenkamer van Nederland genoemd. Onder andere het Rijks Computer Centrum, Phillips, Centraal Beheer, Belastingdiensten en TNO vestigden zich in Apeldoorn. Met deze bedrijven mee kwamen werknemers uit het westen, dus moesten er meer huizen komen. De ene na de andere wijk ontstond. Apeldoorn werd een echte stad – of toch niet- en groeide uit tot de 9e gemeente van Nederland.